Zoon van Albertus (Bertje) Maas (Heesch 13 juli 1864 - Rosmalen 10 mei 1923) en Catharina (Kaat) Kappen (Nuland 22 oktober 1866 - Nuland 23 februari 1944). Dit huwelijk werd gesloten op 3 februari 1888 in Nuland. In het begin van deze eeuw is de familie woonachtig op de Nulandse Hei, gemeente Rosmalen. Het beroep van Bertje werd omschreven als arbeider. Tussen 1888 en 1912 werden vijftien kinderen geboren. In de volksmond worden deze kinderen 'Kappen' genoemd. De samenstelling van dit gezin:
In het bevolkingsregister van de gemeente Rosmalen staan de volgende kinderen, die allen werden geboren in Rosmalen met uitzondering van de oudste die in Utrecht ter wereld kwam, op naam van dit echtpaar geregistreerd. | 6 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Piet Maas werd tezamen met Cornelis (Koos) Damen (Rosmalen 18 september 1906 - Ommen 17 januari 1943), die getrouwd was met zijn zuster Antonia, welk echtpaar op 1 december 1937 vanuit Rosmalen naar 's-Hertogenbosch verhuisde, op 6 januari 1941 gearresteerd wegens het clandestien slachten van een varken. Beiden zijn na hun arrestatie via 's-Hertogenbosch en Amersfoort op 24 juni 1942 in kamp Erika nabij Ommen terechtgekomen, waar Piet op 4 december 1942 onder onbekende omstandigheden de dood vond. Hij had de hem opgelegde straf moeten uitzitten tot 13 januari 1944. Gedurende de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog viel een sterke toename van het aantal economische delicten te contateren. Al vanaf 1940 bloeide de zwarte handel volop. Bonnen werden gestolen, nagemaakt en verhandeld. Er werd op grote schaal illegaal geslacht en goederen werden buiten de distributie om verhandeld. In augustus 1941 werden de maximumstraffen voor overtredingen van distributievoorschriften fors verhoogd. Er ontstond een groot tekort aan cellen. De secretaris-generaal van het departement van justitie, prof. mr. J. Schrieke, ging naarstig op zoek naar celruimte voor veroordeelde personen. Vanaf maart 1942 dacht men over een verandering van bestemming van het kamp Ommen. Het was de bedoeling, dat dit kamp dienst zou gaan doen als gevangenenkamp van de door de Nederlandse justitie veroordeelde personen. Half juni 1942 was het gereed voor de directe opvang van 800 gevangenen. Schrieke hoopte in een week tijds alle op vrije voeten zijnde zwarthandelaren en illegale slachters in het kamp in te sluiten. Het ging echter niet zo snel. Op 1 juli 1942 waren er nog maar 368 gevangenen in Ommen gearriveerd. Mij is helaas niet precies bekend waarom Piet Maas (en zijn zwager Koos Damen) veroordeeld werden, noch wat er met deze gezonde mannen in kamp Erika gebeurd is, en wat de eigenlijke oorzaak van hun dood was. Wat ik wel weet is, dat dit kamp voor veel gevangenen een hel was. | 7 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In dit verband verwijs ik naar het boekwerkje 'Knackers4 achter prikkeldraad. Kamp Erika bij Ommen, 1941-1945' van Guust Veldman. Dit boek is een verdere uitwerking van haar doctoraalscriptie. Daarin wordt een aantal gruweldaden, door Nederlandse bewakers geplegd, beschreven die werkelijk ten hemel schreiend zijn. Het illegale blad 'Het Parool' schrref in september 1942 over het strafkamp Ommen het volgende:
De behandeling daar draagt geheel het karakter van mishandeling. De gevangenen worden door uithongering, eindeloze exercities en zware arbeid, maar vooral door ranselen en schoppen dusdanig gekweld, dat het verblijf van enkele maanden een gezonde man tot een wrak maakt. Er zijn reeds erbarmelijke stertevallen voorgekomen. Het is zaak, dat alle ambtenaren van opsporing, politie en justitie inzien dat hier geen sprake meer is van het oude westerse beginsel van straf naar evenredigheid, maar van vernietiging.
Een opgelegde straf betekende vaak de doodstraf of geestelijke dan wel zware lichamelijke mishandeling. De protesten tegen de gevolgde behandelwijze van economische delinquenten werden op den duur zo fel, ook van grote delen van de rechterlijke macht, dat op 31 mei 1943 de bestemming van dit kamp voor economische delinquenten werd beëindigd.Nadien werd het een kamp voor asocialen' en voor weigeraars en onderduikers van de Arbeitseinsatz. In dit 'Kamp der wreedheden' kwam Piet Maas als eerste Rosmalens slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog op 4 december 1942 aan zijn einde. Dit is in afwijking van het gestelde op bladzijde 15 van het boekwerkje (1992) van dr. Kees van den Oord met medewerking van Ad Hermens, waarin het tweede slachtoffer Karel Verzandvoort het eerste Rosmalense oorlogsslachtoffer wordt genoemd. De zwager van Piet Maas, Cornelis Damen, de echtgenoot van Antonia Maas overleed op 17 januari 1943, eveneens in kamp Ommen. Van het oorlogsslachtoffer Piet Maas heb ik geen foto kunnen achterhalen. Wel ontdekte ik op mijn speurtocht een foto van zijn moeder, van wie deze oorlog, nadat haar man reeds in 1923 gestorven was en haar met een grote kinderschaar achterliet, bijzonder zware offers vroeg. Zeker toen anderhalf jaar latern ook haar zoon Harrie door oorlogsgeweld om het leven kwam. Harrie was, zoals u eerder hebt kunnen lezen, de zesde uit de rij van vijftien kinderen. Harrie, of Haike zoals hij in Rosmalen en omgeving genoemd werd, werd op 20 augustus 1895 in Rosmalen geboren. | 8 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 12 november 1936 trad hij in het huwelijk met de even oude Johanna van Rooij5 (Geffen 7 november 1895 - Rosmalen 15 juli 1950). Johanna was eerder getrouwd geweest met Theodorus van Dinther6 (Rosmalen 23 mei 1985 - Rosmalen 20 mei 1934). Het huwelijk tussen Han en Dorus werd gesloten op 15 april 1921 in Geffen en het echtpaar kreeg vier kinderen, twee jongens en twee meisjes. allen in Rosmalen geboren.
| 9 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Duitsers hebben toen van een paar sparren een draagbaar gemaakt en hem thuisgebracht. Het was echter te gevaarlijk om hem direct naar het ziekenhuis in Den Bosch te brengen. In de avond werd Harrie Maas naar het Groot Ziekengasthuis in 's-Hertogenbosch gebracht. Dit gebeurde met het paardje en het karretje van Nellie van Dinther, de weduwe van het tweede Rosmalense oorlogsslachtoffer Karel Verzandvoort, die onder onbekende omstandigheden op 22 januari 1943 in kamp Vught om het leven gekomen was. Nellie was inmiddels bevriend geraakt met Johan van Zandvoort, die evenals Harrieke Maas, op de Nulandse Hei woonde. De vrouw van Harrie had het beste bed dat in huis was - haar nieuwe veren bed - op het karretje gelegd. De volgende dag kreeg de familie het bericht dat Harrie gestorven was. Zijn vrouw en stiefdochter M. van Loosbroek-van Dinther zijn in de namiddag van die dag naar Den Bosch gefietst, waar Harrieke reeds lag opgebaard. De verpleegsters vertelden hen dat hij, voordat hij stierf, zich nog zorgen had gemaakt over het bed van zijn vrouw; dat moest goed bewaard worden, want dat moest beslist terug, zo had hij gezegd. Op vrijdag 20 oktober 1944 werd Harrie vanuit het Groot Ziekengasthuis 's-Hertogenbosch in Orthen begraven. Er waren twee rijtuigjes bij, een voor de kist en het andere voor familieleden die met de fiets vanaf de Nulandse Hei naar het ziekenhuis waren gekomen, onder wie zijn vrouw en zijn hiervoor reeds genoemde stiefdochter. Met de dood van twee zoons en een schoonzoon werd Kaat Maas-Kappen wel heel erg zwaar getroffen. Het leek me juist daarom een goede gedachte hier een foto van deze vrouw op te nemen, mede als eerbetoon aan al die Rosmalense moederes voor wie deze oorlog zoveel verdriet heeft gebracht. | 10 |
Noten | |
4. | Knackers = Duitendieven |
5. | Bijnaam Han de Ridder. |
6. | Bijnaam Dorus Kniep. |
A. van den Elzen, 'Wel gestorven, niet begraven (3)' in: Spoorzoeker 4 (1996) 6-9
A. van den Elzen, Wel gestorven niet vergeten : Oorlogsslachtoffers Rosmalen (1996) 1, 15-16
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 402